Logo

WeBible

nl
Petrus Canisius Translation
Select Version
Widget
Psalms 87
87 / 150
1
Een lied; een psalm van de zonen van Kore. Voor muziekbegeleiding; met de fluit. Een klaag- en leerdicht van Heman, den Ezrachiet.
2
Jahweh, mijn God, overdag roep ik om hulp, En schrei des nachts voor uw aanschijn.
3
Laat mijn gebed voor uw aangezicht dringen; Luister toch naar mijn klagen.
4
Want mijn ziel is zat van ellende, Mijn leven het rijk der doden nabij;
5
Men telt mij bij hen, die ten grave dalen, Ik ben als een man, aan het eind van zijn kracht.
6
Ik ben als de doden verstoten, Als lijken, die in het graf zijn gelegd: Aan wie Gij niet langer meer denkt, En die aan uw hand zijn onttrokken.
7
Gij hebt mij in de diepe grafkuil gestort, In duisternis en in de schaduw des doods;
8
Uw toorn drukt zwaar op mij neer, Al uw golven slaan over mij heen.
9
Gij hebt mijn vrienden van mij vervreemd, En ze van mij laten walgen; Ik zit in de knel, en kan er niet uit,
10
Mijn oog versmacht van ellende. De ganse dag, Jahweh, roep ik U aan, En strek mijn handen naar U uit:
11
Of doet Gij aan de doden nog wonderen, Staan de schimmen soms op, om U te loven?
12
Zal men in het graf van uw goedheid gewagen, Van uw trouw in de afgrond;
13
Zal men in de duisternis uw wondermacht kennen, Uw gerechtigheid in het land van vergeten?
14
Daarom, Jahweh, roep ik U aan, Treedt iedere morgen mijn bede U tegen.
15
Waarom zoudt Gij mij dan verstoten, o Jahweh, En mij uw aanschijn verbergen?
16
Van jongsaf ben ik in ellende en zorgen gedompeld, Ik ben radeloos onder de last van uw plagen;
17
Uw gramschap slaat over mij heen, Uw verschrikkingen overstelpen mij.
18
Als water omringen ze mij iedere dag, En sluiten mij helemaal in;
19
Gij hebt vrienden en makkers van mij vervreemd, En mijn bekenden door mijn ellende.
Webible
Freely accessible Bible
48 Languages, 74 Versions, 3963 Books