15 - [3:18] En ik heb mijn naam niet bezoedeld, noch de naam mijns vaders in het land mijner gevangenis. [3:19] Ik ben een eniggeborene mijns vaders, en hij heeft geen kind dat zijn erfgenaam zijn zal; [3:20] Noch een bloedvriend, noch zoon, dat ik mijzelf voor die mocht bewaren tot een huisvrouw. [3:21] Zeven zijn er mij reeds omgekomen; waartoe dient mij dan voortaan het leven? [3:22] En indien het u niet goeddunkt mij te doden, [3:23] Zo beveel dat men mij aanzie, en zich mijner ontferme, en geef dat ik geen smaadheid meer mag horen.
Select
Tobit 3:15
15 / 17
[3:18] En ik heb mijn naam niet bezoedeld, noch de naam mijns vaders in het land mijner gevangenis. [3:19] Ik ben een eniggeborene mijns vaders, en hij heeft geen kind dat zijn erfgenaam zijn zal; [3:20] Noch een bloedvriend, noch zoon, dat ik mijzelf voor die mocht bewaren tot een huisvrouw. [3:21] Zeven zijn er mij reeds omgekomen; waartoe dient mij dan voortaan het leven? [3:22] En indien het u niet goeddunkt mij te doden, [3:23] Zo beveel dat men mij aanzie, en zich mijner ontferme, en geef dat ik geen smaadheid meer mag horen.