28 - [29:30] Namelijk, inwoner ga heen, bereid de tafel, en zo gij wat hebt, spijs mij. [28:31] Ga uit, inwoner, van dat heerlijk aangezicht, ik heb het huis nodig, mijn broeder is bij mij geherbergd. [28:32] Deze dingen zijn zwaar voor een die verstand heeft. De bestraffing vanwege het huis, en het verwijt van die hem geleend heeft.
Select
Sirach 29:28
28 / 28
[29:30] Namelijk, inwoner ga heen, bereid de tafel, en zo gij wat hebt, spijs mij. [28:31] Ga uit, inwoner, van dat heerlijk aangezicht, ik heb het huis nodig, mijn broeder is bij mij geherbergd. [28:32] Deze dingen zijn zwaar voor een die verstand heeft. De bestraffing vanwege het huis, en het verwijt van die hem geleend heeft.